Bollenstreek – De land- en tuinbouw moet in Nederland vanaf 2030 vrijwel vrij van chemische bestrijdingsmiddelen zijn. Het lijkt ver weg, maar het geeft paniek bij telers. Ze hebben nog maar 7 keer om alternatieven te testen, één keer per jaar. Toch gloort er hoop aan de horizon. Telers ontwikkelen al decennia oplossingen voor pesticiden. ‘Iedereen denkt dat we nu pas beginnen, maar sinds de jaren 90 wordt er 95 procent minder chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt, 95 procent!’ roept de voorzitter van De Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) Jaap Bond. De laatste 5 procenten zijn misschien wel de zwaarste.

‘Zonder bestrijdingsmiddelen zal het een hele opgave worden’, voorspelt Jaap Bond, voorzitter van KAVB. De bloembollen en bloemen moeten zonder spikkeltje of virus naar veeleisende klanten over de hele wereld. ‘Realiteitszin bij de overheid is wel iets waar ik af en toe van wakker lig. Ze moeten niet met regels komen die juist blokkeren in waar we mee bezig zijn. Het moet wel haalbaar zijn’, vindt de voorman.

‘En als ze dan gewasbeschermingsmiddelen verbieden waar vóór 2030 nog geen alternatieven voor op de markt komen, dan praat ik over een onbetrouwbare overheid’, zegt Bond fel. ‘Nu zien we dat de overheid de gereedschapskist leeghaalt, terwijl de nieuwe gereedschapskist nog niet gevuld is. Kijk, dat kan niet. Er moet wel balans zijn. Anders hebben de telers geen perspectief.’

Groeiversterkers en handarbeid

Telers hebben bestrijdingsmiddelen nodig, omdat de bloemen en bloembollen niet resistent zijn tegen ziektes en virussen. Alternatieven voor pesticiden, is meer handarbeid, het gebruik van computergestuurde machines en en gebruik van groeiversterkers. Groeiversterkers maken weerbare planten en is 100 procent chemievrij. Genetische manipulatie zou volgens Penning het Ei van Columbus zijn. ‘Daar zit eigenlijk iedereen wel een beetje op te wachten. Als we een beetje hulp krijgen van de overheid, dan is dat eigenlijk zo voor mekaar’, zegt Pennings. Maar de overheid geeft tot nu toe geen groen licht hiervoor.

Bollenstreek meest vervuilde grond van Nederland

Hoogleraar ecotoxicologie Martina Vijver twijfelt op haar beurt echter sterk aan de haalbaarheid van een bestrijdingsmiddelenvrij 2030. ‘Wie in het voorjaar door de Bollenstreek wandelt heeft het gevoel door de natuur te lopen. Dat komt door de kleuren’, begint Vijver die actief is bij Universiteit Leiden. ‘Maar we kijken naar een industrie met enorme overschrijdingen van bestrijdingsmiddelen in het water’, zegt ze. ‘We gaan de teeltnorm vrij van gifresiduen in 2030 veruit niet halen. Dat is zeker.’

Op de website Bestrijdingsmiddelenatlas.nl, die de universiteit van Leiden samen hoogleraar Vijver maakt, is duidelijk te zien dat in de Bollenstreek de normen voor bestrijdingsmiddelen worden overschreden. De atlas wordt gemaakt op basis van officiële watermetingen. ‘Soms wordt de norm twee, drie of vijf keer overschreden, maar soms ook wel vijftien keer. Zo’n extreme overschrijding geven we niet aan op de kaarten, want dan gaat de focus alleen nog maar op dat extreme geval. En vijf keer de norm overschrijden is al erg genoeg.’ De Bollenstreek is in Nederland de streek met de grootste overschrijdingen van residuen van bestrijdingsmiddelen in het water. En waarschijnlijk ook van heel Europa,’ beweert de professor.

‘Zoveel fouten te maken’

Professor Vijver zegt overigens ‘goed te begrijpen’ dat de bloementelers moeten spuiten. ‘De bloembollen mogen niet halverwege de vlucht naar China gaan rotten. Dus ze moeten wel.’ En ze ziet ook de positieve kanten van de bloementeelt die jaarlijks zo’n anderhalf miljard euro genereert. ‘We leven in zo’n welvarend land, een topexportland, mede omdat we een goede bloemenindustrie hebben.’

‘De telers doen echt hun best, daar ben ik van overtuigd. Zij houden zich aan de maximaal toegestane hoeveelheid die op de flessen bestrijdingsmiddelen staan. Echter, de toelatingsnorm op het etiket van het bestrijdingsmiddel is niet hetzelfde als de norm voor waterkwaliteit. Er zijn zoveel fouten hierin te maken.’

Duurdere bloemen is deel oplossing

De oplossing voor dit probleem ligt voor een deel bij de overheid en de consumenten, zegt professor Martina Vijver tot besluit. ‘Het is natuurlijk heel gek dat we het jaar rond bloemen kunnen kopen. En drie euro voor een bosje tulpen is gewoon te weinig. Nergens ter wereld zijn bloemen zo goedkoop. Als we een tientje betalen voor een bosje tulpen in plaats van drie euro, dan komen we in een heel andere situatie.’

4 REACTIES

  1. Als ik Jaap Bond zijn reactie zo lees dan lijkt het alsof de sector zelf vindt dat er totaal geen problemen zijn. Ondertussen blijkt dus uit metingen onomstotelijk dat de normen gigantisch overschreden worden. En dan klagen over een “onbetrouwbare overheid”. Wie is hier nou onbetrouwbaar? Sowieso zouden we ons weleens achter de oren mogen krabben over wat nou een nuttige inzet is van grond en middelen terwijl het ontzetten slecht gaat met klimaat en biodiversiteit. Sierteelt exporteren naar China lijkt me nou niet echt bijdragen aan de gezonde wereld die we met zijn allen zouden moeten nastreven.

    • Deze sector heeft al ontzettend veel gedaan, natuurlijk is er nog genoeg te doen, maar er zitten nu weer kikkers in de sloten en reigers aan de slootkant, dus om alles nu af masr te schieten is wel heel makkelijk, en wat is een gezonde wereld, die wij met z’n allen van u moeten nastreven, ieder mens moet daar een eigen invulling aan kunnen geven, ons kleine landje lost echt een wereldwijd probleem niet op door een verbod op het exporteren van de sierteelt naar China………!!

  2. Ik zou wel eens willen weten hoeveel bollenarbeiders er, met name in vroegere jaren toen er maar raak gespoten werd, overleden zijn door de giftige bestrijdingsmiddelen.

    • Ik kende (zijn inmiddels overleden) er wel een aantal die wel wat moeilijke kwalen kregen op hun oude dag.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Plaats hier je opmerking
Vul je naam in