Voorhout – De Historische Kring Voorhout (HKV) heeft de voorzitter van de Eerste Kamer gevraagd een zoektocht te starten naar de stoffelijke resten van de in Voorhout overleden Jacoba van Beieren. Dat doet de HKV omdat er een zoektocht start naar de resten van Johan van Oldenbarnevelt. Die ligt begraven in de Hofkapel en dat geldt ook voor Jacoba van Beieren. Die had echter de wens uitgesproken om in de kerk van Sint-Maartensdijk te worden begraven. Die wens wil de HKV graag alsnog invullen. In Rijksmuseum ligt een vlecht van Jacoba van Beieren die wellicht kan helpen. Van Beieren stierf in slot Teylingen in 1436 aan de gevolgen van tuberculose.

Hieronder het historische verhaal over Jacoba van Beieren van de HKV:

Op 13 mei jl. was het vierhonderd jaar geleden dat Johan van Oldenbarnevelt werd onthoofd op het Binnenhof in ’s-Gravenhage. Premier Rutte heeft zich intussen geschaard achter degenen die zijn stoffelijk overschot, destijds begraven in de hofkapel, willen identificeren. Als het lichaam gevonden wordt dient deze grote staatsman op een geschikte plaats een herbegrafenis te krijgen. De Staten-Generaal heeft de leiding bij het zoeken naar zijn stoffelijke resten.

De Historische Kring Voorhout (HKV) heeft recent contact gezocht met de voorzitter van de Eerste Kamer om in deze zoektocht ook de stoffelijke resten van de in Voorhout overleden Jacoba van Beieren te betrekken.

Jacoba wordt op 16 juli 1401 in Le Quesnoy in Henegouwen gedoopt. Ze is de dochter van graaf Willem VI van Holland en Margaretha van Bourgondië. In 1406 wordt zij op 5-jarige leeftijd uitgehuwelijkt aan de Franse prins Jan van Touraine. Het huwelijk wordt in 1415 in ’s-Gravenhage voltrokken. Kort daarop wordt Jan de Dauphin, dus de kroonprins van Frankrijk en Jacoba wordt daarmee kroonprinses. Jan van Touraine overlijdt echter al in 1417 en Jacoba wordt weduwe. Enkele maanden later overlijdt ook haar vader graaf Willem VI. Jacoba volgt haar vader op zestienjarige leeftijd op. Andere familieleden menen echter ook rechten op de erfenis te hebben. De Hoeken en Kabeljouwen kiezen ook partij en hun twisten laaien weer op.

Om haar positie te versterken treedt Jacoba met dispensatie in het huwelijk met haar neef in de vierde graad Jan IV van Brabant. De dispensatie wordt weer ingetrokken en het huwelijk ontbonden. Daarop trouwt ze in 1423 met Humphrey van Gloucester, zoon van koning Hendrik IV van Engeland. Met hem trekt ze ten strijde tegen haar ex-echtgenoot Jan van Brabant. Jacoba wordt in Henegouwen gevangengenomen. Het huwelijk met Humphrey wordt in 1428 door de paus onwettig verklaard en ontbonden omdat ze toen nog met Jan getrouwd was. Omdat Jan intussen overleden is, is Jacoba dan weer weduwe en ongehuwd.

In het voorjaar van 1434 trouwt ze vervolgens met Frank van Borssele. Dit huwelijk is voor beide partijen economisch gunstig, al is er voor Jacoba ook liefde in het spel. Lang heeft ook dit huwelijk niet geduurd. In 1436 wordt Jacoba ziek. Na een ziekbed van enkele maanden op het in Voorhout gelegen slot Teylingen, sterft zij op 9 oktober 1436 op 35-jarige leeftijd aan tuberculose.

De wens van Jacoba van Beieren om te worden begraven in de kerk van Sint-Maartensdijk wordt niet ingewilligd. De heren van het geslacht van Borssele zijn Heer van Sint Maartensdijk. Zij hebben hun hoofdkasteel in die plaats en de ouders van echtgenoot Frank van Borssele liggen in de Maartenskerk begraven. Jacoba wordt tegen haar wens echter begraven bij haar voorouders in de Hofkapel op het Binnenhof in ‘s-Gravenhage, onder het koor in de kerk. Bij de teraardebestelling van Jacoba in 1436 is de Hofkapel vol mensen.

Jacoba is, naast Herman Boerhaave, ongetwijfeld een van de bekendste inwoners van Voorhout. Als het mogelijk blijkt wil HKV alsnog de laatste wens van Jacoba van Beieren ingewilligd zien. Een waardig graf nabij de monumentale Maartenskerk van Sint Maartensdijk op Tholen zal dan de plek kunnen worden waar haar stoffelijke resten een laatste rustplaats krijgen.

HKV hoopt dat haar stoffelijke resten geïdentificeerd kunnen worden en dat haar laatste wens, na zoveel jaren alsnog eerbiedigt wordt. Mogelijk kan de haarvlecht van Jacoba, die in het Rijksmuseum wordt bewaard, daarbij helpen. In de kerk begraven zal niet meer gaan, maar als ze gevonden wordt, zal in overleg met het kerkelijk bestuur van de Hersteld Hervormde Gemeente in St. Maartensdijk haar laatste rustplaats overlegd moeten worden. Als opgraving en herbegraven niet mogelijk blijkt zal het graf op het Binnenhof in ieder geval een aanduiding dienen te krijgen en bezocht kunnen worden.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Plaats hier je opmerking
Vul je naam in