Woppenkamp zit op zijn werkkamer op het politiebureau in Lisse. ‘Nog twintig werkdagen’, zegt hij. Inmiddels begint hij er steeds meer zin in te krijgen. ‘Het is een beetje zoals je steeds meer naar je vakantie uitkijkt.’ De teamchef heeft niet in een luie stoel naar zijn pensioen toegewerkt. Zijn politiecarrière was de laatste jaren lastig. Door hoge werkdruk, corona en de veranderde criminaliteit moest hij juist een stapje extra doen. ‘En ik heb een reorganisatie doorgevoerd waar niet bepaald iedereen op zat te wachten.’
Stuk maken, stoppen en verstoren
Vanwege de magere bezetting werkt het team volgens Woppenkamp als volgt: ‘Stuk maken, stoppen en verstoren.’ Er wordt dan niemand opgepakt, maar criminele activiteiten worden op deze manier wel verstoord, legt de vertrekkend teamchef uit. ‘De klassieke fout die wij eerder gemaakt hebben, is dat we alles maar in strafrecht willen duwen. Maar stuk maken, stoppen en verstoren is ook een strategie. Dat is wat we in een blauw team team doen. Wij laten ze geen wortel schieten, we gaan ernaartoe.’
LEES OOK: ‘Ongebruikelijke oplossingen nodig bij aanpak tekort aan agenten’
Dit heeft hij ook een paar maanden geleden aan premier Mark Rutte verteld. De premier, die het politiebureau van Lisse bezocht, erkende het personeelsprobleem. Hij heeft een dossier meegenomen en Woppenkamp hoopt dat daar iets mee gebeurt. ‘Maar de komende jaren gaat er niet zoveel veranderen’, verwacht Woppenkamp. De politiescholen kunnen volgens hem de vergrijzing van de babyboom niet bijbenen.
Er onvoorwaardelijk voor elkaar zijn
Ondanks de personeelsproblemen kijkt Woppenkamp met een goed gevoel terug op zijn tijd bij de politie. Hij is er trots op dat iedereen onvoorwaardelijk voor elkaar klaarstaat. ‘Dat maakt ons sterk. Ik zeg wel eens: “Hoe hoger de nood, hoe meer kameraadschap en broederschap er ontstaat.'”
Als er een veel beter loon tegen over stond, zou er geen personeelstekort zijn. Dienstverlenende beroepen worden overwegend slecht betaald.