Noordwijk – Hij viel ruim 20 kilo af. De Noordwijkse Jan Gort raakte twee maanden geleden besmet met het coronavirus en belandde op de intensive care. Sinds een week is hij weer thuis en krabbelt hij langzaam op.

Jan gaat op de weegschaal in zijn slaapkamer staan. ‘Voordat ik door de corona geveld werd, woog ik 125.’ Toen hij net van de ic afkwam was daar nog maar 104 kilo van over. Inmiddels laten de cijfers op de weegschaal weer 111 kilo zien. ‘Dus ik heb gelukkig weer 7 kilo aan spiermassa opgebouwd.’

Hoe hij het heeft opgelopen weet Jan niet. ‘Ik heb geen idee. Ik heb bijna niemand gezien en boodschappen deed ik met een zelfscanner.’ Toch raakte hij besmet met het coronavirus.

Na dagenlang koorts werd Jan 4 april naar het ziekenhuis gebracht. ‘Het gekke is, je merkt er niks van, want je hebt het helemaal niet benauwd. Ik ademde wel anders, maar ik kon gewoon zinnen praten’, zegt Jan. ‘Maar je longen nemen geen zuurstof meer op. Dus als ze niet hadden gebeld, was ik die nacht doodgegaan.’

Twee weken lag hij op de ic, al kan hij zich daar nauwelijks iets van herinneren. De enige herinnering is een aaneenschakeling van vreemde dromen. ‘Zo zat je in Zuid-Amerika en dan zat je ineens in een rare kliniek in Zwitserland. Hele rare dingen. Een soort Matrix-film. En ik had veel dorst, oneindige dorst. Ik heb toen ik een beetje wakker werd, ook heel veel gedronken.’

Op de keukentafel ligt een notitieboekje. ‘Een dagboek dat mijn kinderen hebben bijgehouden’, zegt Jan terwijl hij erdoorheen bladert. ‘Begin van de nacht ben je opgenomen op de ic’, leest hij voor en slikt. ‘Doodsangsten straalden we uit. Letterlijk. De gedachte dat je niet meer bij ons blijft – mijn grote sterke papa die het niet meer overleeft – blijft altijd door mijn hoofd spoken.’ De woorden raken hem. ‘Dat heb je zelf niet door, als je daar ligt.’

Ook voor zijn vrouw Caroline was het een hectische en spannende periode. ‘Je weet niks, je kan niks, je moet afwachten. Je ziet natuurlijk de beelden. Je hebt de beelden op je netvlies van Italië. Je hoopt niet dat het je zelf overkomt en dan overkomt het je toch.’

Na de ic ligt Jan bijna twee weken op een gesloten afdeling om daarna door te stromen naar de revalidatieafdeling. ‘Sinds een week ben ik weer thuis’, zegt Jan.

Langzaam krabbelt hij weer op. Twee keer per dag stapt hij een kwartiertje op de fiets en hij oefent met gewichten. ‘Ik ben heel blij dat ik een klein beetje kan bewegen. Ik ben zelfstandig, ik kan de trap op. Ik kan een eindje om. En ik kan buiten op mijn gewone boodschappenfiets, die heeft terugtrapremmen, want mijn handen doen het niet, er zit geen kracht in. Ik kan ook geen mes en vork vasthouden. Ik kan nog niet veel.’

Toch is hij blij dat hij weer thuis is. Wat hij het meest heeft gemist? ‘IJsjes, en natuurlijk knuffels.’ Over de toekomst maakt hij zich geen zorgen. ‘Ik heb geen haast, ik hoef nergens heen. Ik geniet hiervan. Ik kan weer een boek lezen, dus dat vind ik al heel fijn.’

3 REACTIES

  1. Wat fijn dat je het overleefd hebt,en nu heerlijk laten vertroetelen door je vrouw en kinderen Jan ,Carolien en kinderen ik wens jullie het allerbeste en geniet van elkaar .

  2. Dag neef (je) gelukkig dat je er weer boven op komt. Bizar die vreemde dromen. Veel succes met jouw revalidatie en groeten van mijn vrouw Corrie die op Facebook zit. Maarten Korbee

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Plaats hier je opmerking
Vul je naam in