NOORDWIJK – ‘Mensen snappen niet dat wij helemaal kunnen verdrinken in een afgebrokkelde staantribune, maar daar is heel veel gebeurd. En het ziet er fantastisch uit.’ Frank de Haas vertelt passievol over iets wat in de loop der jaren zijn hobby is geworden: Nederlandse voetbalstadions bezoeken. Samen met zijn zoon Jeremy (19) doet hij dat inmiddels al jaren. Duizenden foto’s en tientallen verhalen verder kunnen ze er nog altijd geen genoeg van krijgen.
In 2015 staken Frank en Jeremy het ‘voetbalvirus’ op. Samen met een vriend maakten ze een roadtrip door Nederland. Twee dagen lang zaten ze gebroederlijk in de auto om van het ene naar het andere stadion te rijden. Niet alleen om foto’s te maken, maar ook voor de verhalen die elke voetbalclub heeft. Het was een rit van naar eigen zeggen zo’n twaalfhonderd kilometer.
‘We zijn destijds bij HFC in Haarlem begonnen. Vervolgens zijn we naar het noorden, via het oosten naar het zuiden gereden. Eindpunt was het Zuiderpark in Den Haag. Daar was toen alles gesloopt, maar dat maakte niet uit. We zijn wel op die plek geweest’, vertelt Frank, die ziet dat zijn zoon geniet van het verhaal.
Historische wedstrijden
‘Ik vind het gaaf om dit met mijn vader te doen. We delen deze interesse en halen er voldoening uit. En het is ook wel een beetje quality time’, zegt Jeremy. ‘Als je ergens komt dan denk je: hier zijn wedstrijden gespeeld die historisch zijn. Als je dan op zo’n plek bent, dan besef je dat. Ja, dat is mooi.’
Frank: ‘In het weekend van onze roadtrip zijn we bij én in veel stadions geweest. We hebben met mensen gesproken, dingen gezien. En toen is de liefde voor de voetbalcultuur bij ons echt ontstaan. Sindsdien hebben we een regelmatig weekend, waarin we in drie dagen tijd vier wedstrijden en zes stadions bezoeken. En zo maken we de meest mooie dingen mee.’
Uren rondlopen
Frank en Jeremy hebben al heel wat mooie plekken bezocht, maar er is één stadion dat ze allebei het meest bij is gebleven… ‘Ons bezoek aan sportpark Kaalheide van Roda JC, drie jaar geleden. We kwamen daar aan, maar alles was dicht. Bij onze laatste poging het sportpark op te komen, ontdeken we ineens een deur die wél open was. En toen kwamen we op een fantastisch sportpark terecht. We hebben daar uren rondgelopen.’
In hun blik is te zien dat die plek voor het tweetal bijzonder was. Het oude, het nostalgische. Dat is hetgeen wat ze zo aantrekkelijk vinden. En dat is precies wat ze in Kerkrade aantroffen. Frank: ‘Kijk maar eens naar beelden van vroeger. Betonnen staantribunes, de sintelbaan. Alles staat er nog. Zo gaaf.’
Buitenland
In de afgelopen drie jaar hebben Frank en Jeremy vooral Nederlandse stadions bezocht. In ons land hebben ze, ondanks dat ze toch al een tijdje bezig zijn, nog niet alles gezien. Jeremy heeft nog genoeg op zijn verlanglijstje staan, waaronder ook wat buitenlandse voetbaltempels.
‘We hebben er eentje gehad: in 2014 zijn we naar FC Barcelona geweest. Dat stadion (Camp Nou, red.) is echt immens. We zaten toen op de middelste ring en dat was zo bijzonder om een keer mee te maken. Er zaten toen meer dan 70.000 mensen in het stadion’, blikt Jeremy terug.
Liverpool en Boca Juniors
‘Ik heb voor nu nog twee wensen. Anfield in Liverpool, daar zou ik graag een keer naartoe willen. En naar Argentinie. Daar wil ik het stadion van Boca Juniors, ‘La Bombonera’ bezoeken.’
Hallo Frank en Jeremy.
Nooit geweten dat de voedbalstdions zo’n passie van jullie waren. Erg leuk het filmpje.
Er zal nog veel te zien zijn op dat gebied.
Ome Dick