
Teylingen – Het college van B & W van Teylingen wordt door de rechtbank Den Haag terechtgewezen in een handhavingszaak die in 2021 heeft plaatsgevonden. De eigenaar van een perceel aan de ’s Gravendamseweg in Voorhout heeft toen een last onder dwangsom opgelegd gekregen omdat de loods niet werd gebruikt voor agrarische doeleinden, zoals in het bestemmingsplan stond omschreven. In een raadsmemo legt het college uit dat de eigenaar tegen dit besluit beroep had aangetekend en door de rechtbank gelijk heeft gekregen.
De rechtbank zegt in haar uitspraak dat het gebruik van het perceel voor opslag, ondanks dat het verhuurd wordt aan een hoveniersbedrijf, niet toegestaan is volgens het bestemmingsplan. Bij constatering van zo’n overtreding, moet het college actie ondernemen, maar dit geldt niet als er een bijzondere situatie afspeelt waarin optreden oneerlijk zou zijn. De eigenaar zou namelijk het perceel niet voor het bestemde doel meer kunnen gebruiken en bij het stopzetten van de exploitatie, om een boete van 5.000 euro per overtreding te voorkomen, zou hij gedwongen worden om het perceel te verkopen. Omdat de situatie onder bijzondere omstandigheden afspeelde, heeft de rechtbank de last onder dwangsom vernietigd omdat de motivering van de gemeente achter deze beslissing onvoldoende was.
Ondanks de uitspraak gaat de gemeente door met de handhaving. Een paar weken na de uitspraak van de rechtbank heeft het college een nieuwe beslissing genomen over het bezwaarschrift. In deze beslissing wordt duidelijker uitgelegd waarom het college besloten heeft om te handhaven en waarom het handhavend optreden in dit geval niet als oneerlijk of overdreven wordt gezien. Wel belooft het college om in de toekomst zorgvuldiger te toetsen of er bijzondere omstandigheden zijn bij dit soort situaties.