Marcel IJzendoorn gaat met blessuregevoelig SJC voor het linkerrijtje: “Maar we vrezen voor niemand”

Noordwijk – “Vorig jaar stond ik soms met negen man op het trainingsveld. Dan kan je alleen een beetje hooghouden en dan houdt het op.” Het moge duidelijk zijn dat het Marcel IJzendoorn en SJC vorig jaar niet meezat. Met acht geblesseerde basisspelers eindigde de ploeg van de 52-jarige oefenmeester zesde in de Vierde Divisie, onder aanvoering van veel spelers die amper ervaring hadden in de hoofdmacht van de Noordwijkse club. Dit jaar beschikken de zwart-witten over een bredere selectie, maar zien ze ook de competitie sterker worden. Desondanks heeft IJzendoorn vertrouwen: “Wij hebben gewoon een goede groep en kunnen van iedereen winnen.”

VV SJC
Vertrokken spelers: geen.

Nieuwe spelers: Max de Haas (FC Rijnvogels), Puck Postma (VVSB), Rick Brabander (Foreholte), Coen van der Meij (VV Noordwijk).

Doelstelling: het linkerrijtje.

De Noordwijkers zijn al jaren terug te vinden in het linkerrijtje van de Vierde Divisie. IJzendoorn benadrukt echter wel dat hij met zijn ploeg heeft besproken dat ‘het linkerrijtje ook plek vijf tot en met acht is’. De Leidenaar geeft de nieuwe competitie als reden hiervoor: “Het zijn allemaal tegenstanders die wij niet zo goed kennen, dus is het lastig om aan te geven van wie je makkelijk kan winnen of verliezen. Daarnaast willen we ook niet te veel druk naar boven geven.”

“Op de een of andere manier wil er ook niemand weg.”

IJzendoorn legt uit dat hij de doelstelling altijd samen met zijn groep afstemt. Die groep is sinds deze zomer wat breder geworden, na een seizoen waarin SJC geteisterd werd door blessures. “Ik geloof niet in blindelings spelers halen”, vertelt IJzendoorn. “Ik geloof wel in gericht spelers halen waardoor het collectief sterker wordt. Ik ben van mening dat we daarin een stapje hebben gemaakt, dat we iets breder zijn geworden in keuzes en kwaliteit.”

“We zijn iets ruimer komen te zitten, we hebben iets meer lucht. De geblesseerde jongens zijn bijna allemaal weer terug, waardoor zometeen echt elke positie dubbel bezet is, zo zou je het kunnen zien. Ik denk ook wel dat daar een aardige hiërarchie in zit.” Daarnaast is er niemand vertrokken bij SJC: “Op de een of andere manier wil er ook niemand weg”, vertelt IJzendoorn met een glimlach.

“Je kan moeilijk zeggen: maak geen sliding.”

Ondanks het grote aantal blessures geeft de oud-keeper van onder meer VVSB aan niks te kunnen veranderen, om de uitvallers volgend seizoen te voorkomen. “Van de negen blessures die vorig jaar zijn opgelopen zijn zeven voetbalcontacten geweest. Je kan moeilijk zeggen: “maak geen sliding”. Daarnaast heb je ook Lex (Hoogervorst, red.) nog, die duikt naar de hoek en gaat door z’n knie heen. Daar kan je niets aan doen.”

IJzendoorn zelf was het ook eens met het besluit van zijn groep, om voor het linkerrijtje te gaan. “Ik vind toch dat het allemaal wel meevalt hoe snel het gaat in die zaterdag divisie. Het echte grote verschil met vorig jaar is dat de ploegen als VKW en Alcides er uit zijn. Met alle respect, als je daar vijf keer tegen speelde won je vier keer en speelde je één keer gelijk. Dat soort teams heb je nu denk ik niet meer.”

“Ik vind deze selectie veel te goed om ergens voor te vrezen.”

Ondanks dit verschil schat IJzendoorn de kansen van SJC niet minder in dit seizoen. “Ik vrees absoluut niet voor deze competitie. Ik vind deze selectie veel te goed om ergens voor te vrezen. Dat is niet om te slijmen, maar wij hebben gewoon een goede groep en kunnen van iedereen winnen, dat durf ik nu wel te zeggen.”

SJC moet vooral het eigen aanvallende spel spelen, tegen wie dan ook, vindt IJzendoorn. “Wij spelen om te winnen en onze prioriteit ligt bij aanvallend voetbal spelen. Tegen hoge ploegen moet dat ook kunnen, kijk maar naar onze oefenwedstrijden tegen VVSB en Scheveningen. Tegen VVSB komen we in de eerste helft 1-0 voor, schieten we op de paal en wordt er een doelpunt afgekeurd. Je verliest dan wel 1-2, maar vlak voor tijd krijg je ook nog twee enorme kansen. In allebei die wedstrijden spelen we gewoon hele verdienstelijke potten en tonen we lef.”

Niet alleen voetballende kwaliteit, ook samenhorigheid typeert het team van SJC. “Door een goede samenhorigheid en het groepje lang bij elkaar te houden hoop je dat je steeds 2% beter wordt als het gaat om afstemming en andere dingen die bij de voetballerij horen”, zegt IJzendoorn. “Ik heb zelf als trainer en keeper in het verleden redelijk wat keukens gezien, maar ik vind wel dat de groep waar ik nu trainer van ben een goed groepje is.”

Desondanks is SJC niet de eerste naam die IJzendoorn noemt, als hij een favoriet voor de titel moet aanwijzen. “Als je kijkt naar wat DHSC er ieder jaar bij haalt denk ik dat zij sowieso voor het kampioenschap gaan strijden. Verder lees ik dat Hoogland ergens voor wilt gaan als club. ARC doet elk jaar mee in de zaterdag Vierde Divisie in de top 4-5 en die winnen vorig jaar zomaar de laatste zeven wedstrijden van de competitie. Ik denk dat die ook mee gaan doen. Dan heb je wel een top drie kanshebbers”, schat IJzendoorn in. “Er zal ook altijd een outsider bij zitten die ik nu niet zie. En daarnaast, waarom zouden wij niet ergens tussendoor mee gaan doen? Maar dat is misschien wel heel makkelijk gezegd van me”, sluit de 52-jarige trainer af.

SJC speelt de eerste competitiewedstrijd op 26 augustus. De Noordwijkers vangen in eigen huis aan tegen Alphense Boys.