
Bollenstreek – Hoewel ISD Bollenstreek sinds 2023 de mogelijkheid heeft om inwoners met problematische schulden een saneringskrediet aan te bieden, wordt schuldbemiddeling nog steeds vaker ingezet. Dat blijkt uit een evaluatie van ISD Bollenstreek. In een brief worden de gemeenteraadsleden van de ISD-gemeenten bijgepraat over de eerste resultaten.
Bij het saneringskrediet dat via Kredietbank Nederland gaat, wordt (een percentage) van de totale schuld van de schuldenaar afgekocht. Die betaalt het saneringskrediet in 18 maanden terug aan de Kredietbank.
Dat schuldbemiddeling nog steeds vaker wordt ingezet, komt onder andere doordat saneringskredieten relatief nieuw zijn en sommige situaties beter passen bij schuldbemiddeling. Bij deze laatste vorm van hulpverlening lost de schuldenaar maandelijks af.
De aanpak van financiële problemen door saneringskrediet kost minder tijd dan schuldbemiddeling, waardoor er meer ruimte is voor budgetcoaching. Dit moet voorkomen dat de cliënt terugvalt in financiële problemen, zo schrijft de ISDBollenstreek.
In 2025 wordt de aansluiting op het schuldenknooppunt gemaakt. Hierdoor wordt het mogelijk dat schuldeisers en schuldhulpverleners elektronisch standaard berichten kunnen uitwisselen. Ook dit moet tijdsbesparing en meer efficiëntie opleveren. Een nieuwe evaluatie volgt in 2026.
Goed plan zeker in het stinkrijke Nederland en de stinkrijke Bollenstreek.
Sanering kost minder tijd, dan bemiddeling , en zo houden we meer tijd over voor coaching, met andere woorden , we houden client veel langer onder dictoriaal bewind van dit toch al zo bizar traag ambtelijk apparaat genaamd ISD , ( Ze weten zoals gewoonlijk weer zeer goed hoe ze zichzelf belangrijk en onmisbaar kunnen maken !)
Mensen met schulden moeten beschermd worden. Het is algemeen bekend dat financiële zorgen en stress uiteindelijk voor hogere kosten zorgen voor de maatschappij. Denk aan hoge zorgkosten, banenverlies door stress enz. Het sociaal minimum moet omhoog in Nederland zodat dat voldoende is voor mensen om stressvrij van te leven. De verschillen tussen arm en rijk zijn nu veel te groot in Nederland. Terwijl elke Nederlander recht heeft op een bestaansminimum dat toereikend is om van te leven. Dat staat in de grondwet.