Anneke van Teijlingen (foto: Omroep West).

Sassenheim – ‘Kinderen die bij mij aan tafel komen, hebben eigenlijk zonder uitzondering enorm veel gedoe en verdriet meegemaakt. Ze voelen enorm veel druk van hun ouders of van zichzelf, of ze kampen met angsten of trauma.’ Anneke van Teijlingen uit Sassenheim is bijzonder curator voor kinderen in moeilijke familiezaken. Dat wil zeggen dat ze de stem is van kinderen naar hun ouders en de rechtbank, maar ook duider van wat het kind wil.

‘Meer dan 95% van de scheidingen heeft echt geen procedure nodig. En van die vijf procent die het wel nodig heeft, heeft maar een klein percentage een bijzonder curator nodig.’ Ze wil er maar mee zeggen: als zij wordt ingeschakeld is er echt heel veel aan de hand in een gezin.

Van Teijlingen wordt ingeschakeld door de rechtbank als die vragen heeft over kinderen in een bijzondere gezinssituatie, zoals een vechtscheiding of een ondertoezichtstelling. ‘Ik ga met die vragen in mijn achterhoofd met een kind in gesprek, soms twee keer, soms twaalf keer, soms twintig keer.’

Kind versus de grote mensen
Die gesprekken vinden meestal plaats op haar kantoor, maar soms ook in een jeugdinstelling als kinderen daar zitten, of bij de kinderen thuis. ‘Ik spreek ook de betrokken grote mensen, dus de ouders, soms de jeugdbeschermer, soms iemand van school. De mensen die mij meer informatie kunnen geven.’

‘En ondertussen begeleid ik ook het kind in wat er nou allemaal speelt en wat die grote mensen allemaal willen. Waarom dat zo spannend is. Als ze met de rechter gaan praten, kan ik mee. Dat resulteert uiteindelijk in een idee waar we met z’n allen uitkomen en dat we aan de rechtbank vertellen. Of in een rapportage aan de rechtbank waarin ik ook een advies geef over wat vanuit het kind gezien fijn zou zijn.’

‘Volgende volwassene die niet luistert’
Het valt lang niet altijd mee om vast te stellen wat kinderen willen, vervolgt Van Teijlingen. Dat komt doordat kinderen die beschadigd zijn door hun eerdere ervaringen met volwassenen – of dat ouders of jeugdbeschermers zijn – niet makkelijk praten met ‘de volgende volwassene die toch niet luistert’.

‘Dan begin je bijvoorbeeld met praten over de hond en vraag je ‘Goh met wie wandel je graag met de hond?’. En zo probeer je ergens te komen. Maar soms kom je tot de verdrietige conclusie dat een kind niet meer goed kan komen bij wat hij zelf wil. Dat hij zo graag wil dat de grote mensen oké zijn, dat hij wat hij zelf wil nauwelijks meer kan voelen.’

‘Ik probeer een kind te zien’, zegt Van Teijlingen met de nadruk op ‘zien’. ‘Ik zie hoe ontzettend ingewikkeld het is dat jij je druk moet maken over al die grotemensendingen, terwijl je ook gewoon wil voetballen.’

‘Ik zie dat het zeer doet dat je papa zo weinig ziet. Ik zie dat het moeilijk is dat je mama zo vaak verdrietig ziet. En ik hoef niet op te voeden, dus als een kind tegen mij boos doet, dan is dat prima.’

De buitenwereld
Vooral jonge kinderen willen graag dat alles goed komt met papa en mama, ook als dat niet kan, legt ze uit. ‘We weten allemaal nog hoe het was toen we zes, zeven acht jaar waren. Je wereld wordt wat groter. Om die hele grote stap naar de buitenwereld te maken, maakt ons brein ons eigenlijk wijs dat we invloed hebben op die buitenwereld. Dat is om het hanteerbaar te houden.’
‘Maar het is ook de leeftijd dat we nog in draken en sprookjes geloven. In sprookjes heb je een goede fee en een boze tovenaar. Als mama de goede fee is, dan moet papa wel de slechterik zijn. Dat er allerlei nuances zijn snapt een kind nog helemaal niet.’
Fixen
‘Kinderen willen het hanteerbaar houden en willen het fixen, want het is doodeng als je geen invloed hebt op wat er gebeurt met papa en mama. Dat je in een wereld leeft waarin papa’s of mama’s opeens weggaan.’
‘Waarin een van je ouders niet van de drank af kan blijven, terwijl je toch zo je best doet, of dat mama toch in elkaar geslagen wordt, ook al heb je gevraagd aan papa om het niet te doen.’
Bijna altijd te laat
De bijzonder curator wordt pas ingeschakeld als andere opties niet hebben geholpen. Van Teijlingen vindt dat ze eigenlijk altijd te laat bij een gezin of een kind wordt betrokken.
‘Er zijn momenten waarop kinderen bijvoorbeeld al drie of vier jaar geen contact meer hebben met een ouder. En dan praat ik met ze en denk bij mezelf dat er twee jaar geleden nog wel ruimte was geweest. En dan hadden misschien wel wat kunnen doen.’

Systeem onder druk
Dat ze vaak het gevoel heeft dat ze te laat wordt ingeschakeld heeft een aantal oorzaken. ‘Het ligt voor een deel aan het systeem in Nederland. De rechtspraak staat enorm onder druk, de jeugdzorg en de laagdrempelige hulpverlening ook.’

‘Op het moment dat ouders echt enorm tegenover elkaar staan is het dus heel ingewikkeld voor vrijwillige hulpverleners om toegang tot het kind te krijgen. Ik kom met een rechterlijke beschikking. Dat betekent dat er een rechter is geweest die tegen de ouder zegt ‘je moet meewerken’. Maar je gunt alle ouders toch om er uit te komen op een veel minder geëscaleerde manier.’

Kinderen kwijt
‘We zijn er niet op ingericht om naast een kind te blijven staan. We werken enorm protocolair in Nederland. Daarnaast zijn er overal tekorten, niet alleen bij de bijzondere curatoren, maar ook binnen de jeugdzorg, ook op andere plekken.’

‘Het gaat ook mis binnen de financiering. Dan heb ik een plek voor een kind geregeld en dan wil een gemeente dat eerst nog eens drie maanden onderzoeken. Dan is het momentum voorbij en ben ik dat kind kwijt. We raken kinderen kwijt omdat de grote mensen het niet gefixt krijgen.’

Er zijn ongeveer 280 bijzonder curatoren in Nederland voor familiezaken. 
Ongeveer de helft doet alleen afstammingszaken. Negentien van het totaal 
zijn gedragswetenschappers, de anderen zijn advocaten. Zij worden 
ingeschakeld bij scheidingszaken, ondertoezichtstellingen en zaken waarbij 
de ene ouder is vermoord door de andere. Om de enorme hoeveelheid zaken 
aan te kunnen zijn er meer bijzonder curatoren nodig.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Plaats hier je opmerking
Vul je naam in