
Voorhout – De 22-jarige wielrenner Frank van den Broek gold vorig jaar nog als grote onbekende, maar is inmiddels hard op weg om definitief zijn naam te vestigen. De Voorhouter boekte in een week tijd twee knappe resultaten bij achtereenvolgens het NK tijdrijden en het NK op de weg. De stap naar een profteam lonkt. ‘Het is een lijntje dat loopt.’
Zondag werd het NK op de weg verreden in Limburg. Van den Broek leek even op weg naar een regelrechte sensatie toen hij brutaal ontsnapte uit de kopgroep. Uiteindelijk finishte hij als achtste. Vorige week woensdag eindigde Van den Broek nog verrassend als zesde op het NK tijdrijden.
‘Ik ben blij hoe het de afgelopen tijd gaat’, begint de renner. ‘Dat ik veel aandacht krijg, is natuurlijk wel bijzonder. De NK wordt door veel meer mensen bekeken dan de wedstrijden die ik normaal rijd. Ik heb me wel een beetje in de kijker gereden, denk ik.’
Van den Broek geldt als laatbloeier. Vorig jaar brak hij pas op 21-jarige leeftijd door in het nationale circuit. Zijn prestaties van de afgelopen tijd staan niet op zichzelf. ‘Eerder dit jaar won ik de Ronde de l’Oise in Frankrijk. Dat was ook leuk om mee te maken. Maar deze week is qua fietsprestaties wel één van mijn beste weken geweest.’
Op het NK reed Van den Broek twintig seconden weg, maar hij kon zijn ontsnapping niet volhouden. Waar kwam dat vandaan? ‘Na zo’n lange koers heb ik misschien iets meer energie over dan de meesten’, zegt de atleet over de 218 kilometer lange race. ‘Hier deden continentale renners en echte World Tour-renners mee. Zij zijn er natuurlijk supergoed in om in zo’n finale het verschil te kunnen maken.’
‘Ik zag op een moment die mannen een beetje twijfelen en ik dacht: Weet je wat, ik probeer het maar... Het was heel leuk om een halve ronde voorop te rijden, maar het was vanzelfsprekend ook heel lastig om dat tot de finish vol te houden. Ik stond écht geparkeerd toen ik door Dylan van Baarle werd ingehaald. Ik heb bijna een verkoudheid overgehouden aan de windvlaag die hij veroorzaakte, maar het was heel leuk’, benadrukt de lachende Van den Broek.
Een jaar extra training en meer wedstrijden op het hoogste niveau moeten Van den Broek verder helpen in zijn ontwikkeling. ‘Daar word ik beter en fysiek en mentaal sterker van.’ Zijn naam wordt inmiddels al genoemd bij profteam DSM. ‘Het is een lijntje dat loopt, maar ik kan er nog niet al te veel over zeggen’, houdt Van den Broek zich op de vlakte.
Dat het nu nog af en toe behelpen is voor Van den Broek, blijkt. De coureur teert tijdens wedstrijden nu nog op zelfgemaakte gelletjes om zo de kosten te drukken. Wat hem betreft, is dat snel verleden tijd. ‘Ik hoop wel dat ik toch wel iets heb bevestigd afgelopen week. En het zou mooi zijn als dat beloond wordt. Of ik daadwerkelijk prof wordt, hangt af van allerlei factoren.’
Hoe verklaart Van den Broek zijn opmars? ‘Sinds vorig jaar ben ik wat serieuzer gaan trainen. Ik heb ook meer zwaardere, langere wedstrijden gereden met meer hoogtemeters. Ik denk dat ik beter ben in meerdaagse koersen dan in een eendaagse wedstrijd. Vorig jaar heb ik me als clubrenner goed laten zien en nu laat ik het op continentaal niveau ook zien. Ik hoop de stijgende lijn door te zetten.’
Het favoriete trainingsrondje rijdt Van den Broek dichtbij zijn woonplaats Voorhout. ‘Dan ga ik in de richting van Noordwijk langs het zweefvliegveld. Een beetje door de bossen achter de duinen en dan vaak terug langs Lisse, langs de Keukenhof.’
De manier waarop Van den Broek met vermoeidheid om weet te gaan, noemt hij zijn grootste kwaliteit. ‘Ik kan het goed verteren. Oftewel: op het einde van de koers heb ik nog energie over. Dat heb je nodig.’ Is dat het grote verschil tussen Van den Broek en de gemiddelde wielrenner? ‘De manier waarop ik mijn koersen win, is vaak door een aanval te plaatsen. ‘
‘Wanneer de meesten al echt redelijk kapot zitten, weet ik vaak nog een tik uit te delen. Daar moet ik het van hebben, want ik ben niet echt een sprinter. Daar moet ik het dus eigenlijk niet op laten aankomen. Maar ik moet toch op het juiste moment ontsnappen. Vaak hoef je dan niet eens de beste benen te hebben. Als ik eenmaal een gat heb, gaan ze achter twijfelen.’
Van den Broek gaat bij zijn ploeggenoten door het leven als ‘De Professor’. ‘Op een trainingskamp is dat begonnen. Ik ben redelijk geïnteresseerd in verschillende onderwerpen, waardoor ik als professor overkom’, vertelt de renner die in het dagelijkse leven informaticastudent is. ‘Ik vind het altijd interessant om over dingen mee te kunnen praten, dus ik denk dat het zo ontstaan is.’
Dit is een bericht van mediapartner Omroep West.